50 jours pour vivre le temps pascal

Allen werden vervuld van de H.Geest 

Version française ci-dessous

Ria Willems 

Waarover gaat het Pinksterverhaal?   Over begeestering.  Een begeestering die mensen overkomt en die hun angst verandert in vreugde.  

Er leeft in mensen een diep verlangen naar begeesterende momenten, naar ontmoetingen vol glans en geestdrift. Begeestering zet het leven in een nieuw licht en laat mensen herademen. Maar vaak gaan onze dagen voorbij zonder zulke momenten.  Dan glijden mensen langs elkaar heen als schepen in de nacht, of botsen zij tegen elkaar aan, of raken zij verloren in een chaotische zee.  Het Pinksterverhaal gaat over zulke ontredderde mensen, die verloren lopen in angst en desillusie. 

Jezus moet zeker een begeesterende persoon zijn geweest.  Hij kon in mensen een glans naar boven halen die hen met leven vervulde. Mensen raakten geïntrigeerd door de vreugde en vrijheid die Jezus’ groep uitstraalde en door de bijna voelbare, intieme nabijheid van het koninkrijk dat hij predikte.  In groepen waarin mensen opgetild werden tot gelijken kon die vonk van begeestering overslaan.   Maar na Jezus’ executie bleven zijn volgelingen ontredderd achter. Hoe moesten zij verder zonder zijn inspiratie?  Hadden de machtigen die hem gekruisigd hadden dan toch het laatste woord?  Was de vlam van dat Rijk van God voorgoed gedoofd?   

Het Pinksterverhaal vormt het eindpunt in een geleidelijke transformatie van Jezus’ volgelingen.  Na zijn dood worden zij op zichzelf terug geworpen : wie zijn zij, zij die Jezus uit angst in de steek hebben gelaten toen hij in doodsangst verkeerde ?   Ze zitten vast in schuldgevoelens, verdriet en uitzichtloosheid.  Toch blijven zij in hun desillusie en ontreddering elkaar opzoeken. Zij laten elkaar niet los.  In deze groep dringt geleidelijk door wat Jezus aan hen heeft nagelaten: zijn liefde voor hén.  Ondanks hun tekortkomingen leren zij zichzelf zien als de groep waarin Jezus geloofde.  Zij voelen zich vergeven en geliefd.   Zij herinneren zich dat  Jezus aan hén die formidabele belofte deed dat zij macht zouden krijgen om zelf ook te vergeven.    

De nieuwe betekenis van Jezus’ leven en dood dringt tot hen door.  Jezus belichaamde  tijdens zijn leven de Geest van God op een heel bijzondere wijze.  En deze geest, deze ‘ruach’ is na zijn dood niet weg, maar wordt met Pinksteren ook over hén uitgeblazen.  Wat een overweldigend besef.  

Voor dit overweldigend besef gebruikt de evangelist  het grote bijbelse woord ‘ruach’.  Met dit vrouwelijke Hebreeuwse woord dat wind, adem of geest betekent, trekt hij het bijbelse taalregister helemaal open.  De geest van God waait zomaar, waait waarheen Zij wil. ‘ Ruach’ verwijst naar het scheppingsverhaal waar de adem van God  over de aarde wordt geblazen, zodat de aarde geen zee van chaos blijft maar een wereld wordt om te leven en samen te leven.  ‘Ruach’ verwijst naar de levensadem van God die in mensen wordt geblazen opdat zij elkaar zouden begeesteren, vergeven en nabij zijn.  

In dit stormachtige Pinksterverhaal komt deze ‘ruach’, deze geest  als een hevige wind aangewaaid.  Een vuurvlam verdeelt zich over iedere man en iedere vrouw én komt over hen allen samen, als gelijken. Wat een prachtig beeld.  Dit is werkelijk de wereld omgekeerd.  Geen ongelijkheid  tussen bezetters en onvrije mensen, geen machthebbers en slaven, maar een beeld van een nieuw samenzijn van gelijken, ook tussen mannen en vrouwen.  

Het is een troostende gedachte dat deze mensen, met ogen die hebben geweend en met besef van diepe verlorenheid en twijfel, dat juist zij onverwachts hun capaciteiten ontdekken.   Jezus’ vermogen om de aarde in het licht van Gods aanwezigheid te zien, ook doorheen dood en duisternis, wordt hun vermogen. Jezus’ inzet om elke taal en elke mens te laten getuigen van de overvloed aan goddelijke liefde, wordt hun mogelijkheid en hun opdracht.    Pinksteren getuigt van deze transformatie en begeestering : van onbegrip, falen en vertwijfeling naar vertrouwen, geloven en liefde.    

Kan Pinksteren ook onze levensadem worden en onze opdracht ? Geloven wij oprecht dat de stem van de machteloze een nieuw geluid van hoop betekent?   Durven wij elkaar uitnodigen tot vrijmoedig spreken over dat Rijk van God, als gelijken?   Geloven wij dat de Geest kan waaien in alle mannen, vrouwen en in X-en van welke geaardheid ook ?    

Moge Pinksteren de officiële kerk en onszelf uitdagen zodat wij de synodale geest laten waaien en vernieuwing toelaten.   Moge Pinksteren een feest zijn van begeestering onder gelijken. Een feest van bange durvers die vrede vinden.   Een feest van dankbaarheid voor alle ontmoetingen in ons leven die ons vurige tongen geven.  Een feest waarop wij naar buiten komen in het licht en met God zijn en niemand achterlaten.   

Lezingen van de dag:

  • Hand.2, 1-11: Allen werden vervuld van de H.Geest
  • Rom.8, 8-17: Geleid door de Geest van God
  • Of 1 Kor.12, 3b-7.12-13: Er is slechts één Geest
  • Joh.14, 15-16.23b-26: De Geest zal u alles leren
  • Of Joh.20, 19-23: Ontvang de H.Geest

Tous furent remplis d’Esprit Saint

Ria Willems 

De quoi nous parle l'histoire de la Pentecôte ? D’une inspiration qui transforme notre peur en joie.  

Il existe chez chacun de nous un désir profond de tels moments d'inspiration, de rencontres pleines d'enthousiasme. L'inspiration nous fait voir la vie sous un jour nouveau et nous donne de respirer à nouveau. Cependant, nos journées se passent souvent sans de tels moments. Nous passons les uns à côté des autres comme des bateaux dans la nuit, perdus dans une mer chaotique.  L'histoire de la Pentecôte parle de ces personnes désemparées, perdues dans la peur et la désillusion. 

Si Jésus est vraiment notre source d’inspiration, il peut faire ressortir en nous un rayonnement de vie. Les contemporains de Jésus étaient intrigués par la joie et la liberté que dégageait son groupe disciples et par la proximité intime, presque palpable, du royaume qu'il prêchait.  Dans les groupes où les gens sont élevés au rang d'égaux, cette étincelle d'enthousiasme peut se propager. Toutefois, après l'exécution de Jésus, ses disciples sont restés désemparés. Comment pourraient-ils continuer sans son inspiration?  Les puissants qui l'avaient crucifié avaient-ils le dernier mot ?  La flamme de ce Royaume de Dieu s'est-elle éteinte à jamais ?   

Le récit de la Pentecôte marque la fin d'une transformation progressive des disciples de Jésus.  Après sa mort, ils sont renvoyés à eux-mêmes : qui sont-ils, ceux qui ont abandonné Jésus par peur lorsqu'il était à l'agonie ? Ils sont coincés entre culpabilité, chagrin et désespoir.  Pourtant, dans leur désillusion et leur détresse, ils continuent à chercher.  Ce que Jésus leur a laissé, son amour pour eux, imprègne et transforme progressivement ce groupe.  Malgré leurs défauts, ils apprennent à se voir comme le groupe auquel Jésus croyait. Ils se sentent pardonnés et aimés. Ils se souviennent que Jésus leur a fait cette formidable promesse qu'ils recevraient le pouvoir de se pardonner eux-mêmes. Le nouveau sens de la vie et de la mort de Jésus se révèle ainsi à eux.   

Au cours de sa vie, Jésus a incarné l'Esprit de Dieu d'une manière toute particulière.  Et cet esprit, cette "ruach", n'a pas disparu après sa mort, mais a été soufflée sur les disciples à la Pentecôte.  Quelle prise de conscience bouleversante. Pour signifier cela, l'évangéliste utilise le mot biblique "ruach".  Avec ce mot hébreu féminin qui signifie vent, souffle ou esprit, il ouvre complètement le langage biblique.  L'Esprit de Dieu souffle simplement, souffle où il veut. Ruach' fait référence au récit de la création où le souffle de Dieu est soufflé sur la terre, afin que celle-ci ne reste pas une mer de chaos mais devienne un monde où il fait bon vivre et coexister.  Ruach' fait référence au souffle de Dieu qui est insufflé aux personnes afin qu'elles puissent s'inspirer, pardonner et être proches les unes des autres.  

Dans cette histoire de Pentecôte, cette 'ruach', cet esprit, arrive comme un vent violent.  Une flamme de feu se répand sur chaque homme et chaque femme et les atteint tous ensemble, sur un pied d'égalité. Quelle belle image.  C'est vraiment le monde à l'envers.  Pas d'inégalité entre les occupants et les non-libres, pas de dirigeants et d'esclaves, mais l'image d'une nouvelle communauté d'égaux, également entre hommes et femmes.  

C'est réconfortant de voir que ces personnes —qui ont pleuré avec un sentiment de perte et de doute profond— découvrent en elles des capacités insoupçonnées. Cette capacité de Jésus à voir la terre dans la lumière de la présence de Dieu, même à travers la mort et les ténèbres, devient ultimement leur capacité. L'engagement de Jésus à faire témoigner chaque langue et chaque être humain de l'abondance de l'amour divin devient leur capacité et leur mission. La Pentecôte témoigne ainsi de cette transformation et de cette animation : de l'incompréhension, de l'échec et du désespoir à la confiance, la foi et l'amour.    

La Pentecôte peut-elle aussi devenir notre souffle de vie et notre mission ? Croyons-nous sincèrement que la voix des impuissants signifie un nouveau son d'espoir ? Osons-nous nous inviter les uns les autres à parler avec audace de ce Royaume de Dieu, sur un pied d'égalité ?  Croyons-nous que l'Esprit peut souffler à toute personne, quelle que soit son orientation ?    

Que la Pentecôte mette au défi l'église officielle et nous-mêmes afin que nous laissions l'esprit synodal  souffler et se renouveler.  Que la Pentecôte soit une fête d'enthousiasme entre égaux. Un festin d'audace qui nous ouvre à la paix.   Une fête d'action de grâce pour toutes les rencontres dans nos vies qui nous donnent des langues de feu.  Une fête où nous sortons dans la lumière et sommes avec Dieu, ne laissant personne derrière nous.     

Lectures du jour :

  • 1re lect. : Ac 2, 1-11 
  • Ps : 103, 1ab.24ac, 29bc-30, 31.34 
  • 2e lect. : Rm 8, 8-17 
  • Évangile : Jn 14, 15-16.23b-26 

Crédit photo : iStock / sedmak

0
Shares