Ontdek 50 meditaties van Pasen tot Pinksteren

Op eigen vleugels

Version française ci-dessous

Marc Christiaens

Weer begint onze evangelielezing met dat neutrale: “Jezus zei eens tot zijn leerlingen…”. Maar toch is deze tekst geen ‘zomaar een terloopse uitspraak’. Jezus reageert op een opwerping van een van zijn apostelen, Judas Taddeüs. Die onderbrak Jezus tijdens diens afscheidsrede op Laatste Avondmaal: “Heer, hoe komt het dat Gij U wel aan ons, maar niet aan de wereld zult openbaren?” (Joh. 14.22). 

Jezus had het al de hele tijd over zijn nakend heengaan gehad. Deze apostel vroeg zich af – en wellicht een aantal collega’s met hem - of het niet goed zou zijn dat Jezus, nu het nog kon, een overtuigend zichtbaar teken zou stellen, iets spectaculairs misschien, waarmee Hij aan heel Jeruzalem en ver daarbuiten zou duidelijk maken dat Hij de langverwachte Messias is. Taddeüs was bang dat, als Jezus uit circulatie verdween, de leerlingengroep zou kunnen uiteenvallen - zo gaat dat vaak met religieuze bewegingen als hun charismatische leider wegvalt – en dat het brede publiek dan nooit zou weten dat Jezus van Godswege gezonden was geweest tot heil van alle mensen.  

Jezus’ reactie is, zoals wel vaker, verrassend, en weer eens geen rechtstreeks antwoord op de gestelde vraag. Hij zegt: “Als jullie Mij liefhadden, zou het jullie met vreugde vervullen dat Ik heenga naar de Vader”.  

Wat Jezus hier zegt klinkt vreemd: ‘blij zijn om het heengaan van iemand die je lief hebt’. Maar dat Hij moet heengaan is zeker. Zijn levenstaak zit erop. Toch wil Hij zijn vrienden nog graag een steuntje in de rug geven. Twee steuntjes eigenlijk: 

  1. Hij vat nog eens in twee woorden samen hoe zij Hem moeten openbaren;
  2. en Hij belooft zijn vrienden hulp: “mijn Vader zal jullie in mijn naam een helper zenden, zijn heilige Geest.” 

Ad 1. De twee woorden waarmee Jezus samenvat hoe zij zijn Boodschap kunnen uitdragen, luiden: Mij liefhebben en mijn Woord ter harte nemen.  

Dat zijn geen twee verschillende opdrachten maar de twee kanten van eenzelfde medaille: Jezus liefhebben kan niet zonder dat wat Hij verkondigd heeft, ter harte te nemen. Hem liefhebben is veel meer dan een affectief, warm gevoel. Het gaat om verknocht-zijn aan, zich verbonden weten met Hem. Het gaat om liefde die gestalte krijgt in doen wat de ander van jou verwacht. En wie op die manier Jezus liefheeft, zal ook door Jezus geliefd worden en “hem zal ook mijn Vader liefhebben en Wij zullen bij hem ons verblijf houden”, voegt Hij eraan toe. Letterlijk vertaald staat er: “Jezus en zijn Vader zullen in die persoon hun tent opslaan”. God zal dus in hem inwonen. En dat ‘innerlijk door God vervuld zijn’ zal die persoon dan spontaan uitstralen naar de wereld. Zo dus moeten zijn volgelingen Jezus en zijn Boodschap uitdragen. 

Ad 2. Tweede ruggensteuntje. 

Om op die manier Jezus lief te hebben is wat extra hulp best welkom. “De heilige Geest zal jullie in alles onderrichten en jullie laten begrijpen wat Ik jullie gezegd heb.”  

Uit de evangelieverhalen weten we dat de leerlingen, toen Jezus nog met hen op stap was, geregeld niet veel begrepen van wat Hij hun leerde.  

In die heilige Geest zal God zelf hun ter hulp komen. Maar zijn Geest dringt zich niet op. Het Griekse woord dat Johannes gebruikt om de heilige Geest te benoemen is ‘Parakleitos’, letterlijk: ‘degene die erbij geroepen wordt’. Je moet Hem roepen, uitnodigen om bij jou binnen te komen. Zijn inbreng is weliswaar pure gave, maar is geen automatisme. Voor alles wat God voor ons en met ons wil doen, vraagt Hij onze toestemming en onze medewerking. God respecteert ten volle de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de mens. Willen we dat de Geest komt en werkzaam is, dan zullen wij ons voor Hem moeten openstellen. De God van de Bijbel is immers geen opdringerige-almachtige God die baas is over de gebeurtenissen en de geschiedenis naar zijn hand zet. Neen, Hij is een meegaande God, Gezelschap op onze levensweg. Hij ging destijds mee met zijn volk door de woestijn; Hij dook met hen onder in de ballingschap. Jezus’ leven was één groot getuigenis van die meegaande God, meegaand tot in de dood, zelfs meegaand door de dood heen naar nieuw leven. 

“Als Ik er lijfelijk niet meer zal zijn, blijf Ik toch met jullie meegaan.” zegt Jezus, “Daartoe zend Ik jullie Iemand die ‘bij-je-blijft’, de heilige Geest, die werkt in je hart. Dat is mijn Pinkstergave aan jullie. En dus, m’n beste Taddeüs - en jullie allemaal, apostelen van toen en apostelen van nu - Ik ga heen, en voor jullie is de tijd van volwassen gelovige-zijn aangebroken. Van nu af is het jullie taak en jullie verantwoordelijkheid om Mij aan de wereld te openbaren. En dat moet jullie niet ongerust of bang maken. Integendeel, je mag blij zijn, want als je straks op eigen vleugels vliegt, dan vlieg je veilig met Gods Geest in de cockpit van je hart.” 

Lezingen van de dag:

  • Hand.15, 1-2.22-29: Besluit de heidenen geen zwaardere lasten op te leggen
  • Apoc.21, 10-14.22-23: De luister van God verlicht de heilige stad
  • Joh.14, 23-29: De Heilige Geest zal u alles leren

Voler de ses propres ailes

Marc Christiaens

L’évangile de ce jour commence une fois encore par ce ton neutre : « Jésus dit un jour à ses disciples ». Pourtant, ce texte n'a rien d’une petite déclaration car Jésus réagit en réalité à une remarque cruciale de l'un de ses apôtres, Jude. Ce dernier l’a interrompu pendant son discours d'adieu : « Seigneur, comment se fait-il que tu aies à te manifester à nous et non pas au monde ? » (Jean 14.22). Jésus vient d’évoquer sa mort imminente et Jude se demande si Jésus, tant qu'il est encore temps, ne devrait pas donner un signe visible et convaincant, par lequel il pourrait faire comprendre à tout Jérusalem qu'il est le Messie tant attendu. Jude craint que, si Jésus devait disparaître, les disciples ne se séparent, comme c'est souvent le cas avec les mouvements religieux lorsque leur leader charismatique disparaît. Le monde ne pourrait alors jamais savoir que Jésus a été envoyé par Dieu pour le salut de tous les hommes.  

La réponse de Jésus est, comme souvent, déroutante. Une fois de plus, ce n'est pas une réponse directe à la question posée. Il dit : « Si tu m'aimais, tu serais rempli de joie de savoir que je vais vers le Père ».  

Ce que Jésus dit ici est plutôt étrange… « Réjouis-toi de la mort d'une personne que tu aimes ». Puisque sa mission s’achève, Jésus résume en quelques mots comment les disciples devront le révéler et comment, d’autre part, il les aidera : « Mon Père vous enverra en mon nom une aide, l’Esprit Saint ».  

1. Jésus résume la double manière dont les disciples peuvent communiquer son message: Aimer Jésus et garder ses commandements. Ce ne sont pas deux tâches différentes, mais deux faces d'une même pièce. Nous ne pouvons aimer Jésus sans prendre à cœur ce qu'il a proclamé. L'aimer est bien plus qu'un sentiment affectueux. Il s'agit d'être rattaché à lui, de se savoir relié à lui. Celui qui aime Jésus de cette façon sera aussi aimé par Jésus. « Il aimera aussi mon Père et nous demeurerons avec lui », ajoute-t-il. Traduit littéralement, « Jésus et son Père planteront en eux leur tente». Remplie intérieurement par Dieu, cette personne rayonnera ensuite dans le monde. C’est de cette manière que les disciples devront propager Jésus et son message.

2. Cependant, pour aimer Jésus de cette façon, une aide supplémentaire est nécessaire. « Le Saint-Esprit vous enseignera tout et vous fera comprendre ce que je t'ai dit. » Les Évangiles nous apprennent que lorsque Jésus marchait encore avec ses disciples, ceux-ci ne comprenaient souvent pas grand-chose à ce qu'il leur enseignait. Par l’Esprit Saint, Dieu lui-même viendra à leur aide. Mais son Esprit ne s'impose pas à eux. Le mot grec que Jean utilise pour nommer le Saint-Esprit est « Paraclet », littéralement : « l’intercesseur ». Nous devons donc l’invoquer. Son intervention —bien qu'elle soit un pur don— n'est pas automatique. Pour tout ce que Dieu veut faire pour nous, il demande notre coopération, car Dieu respecte pleinement notre liberté et notre responsabilité. Si nous voulons que l'Esprit vienne et agisse en nous, nous devons nous ouvrir à Lui. Le Dieu de la Bible n'est pas un Dieu autoritaire et tout-puissant qui contrôle les événements et écrit l'histoire à sa manière. 

« Même si je ne suis plus présent physiquement, je reste avec vous », dit Jésus. Pour cela, je vous envoie quelqu'un qui « sera toujours avec vous », l'Esprit Saint, qui agit dans vos cœurs. C'est mon cadeau de Pentecôte pour vous. C’est pourquoi, cher Jude —et vous, apôtres d'autrefois et apôtres d'aujourd'hui— il est bon pour vous que je m’en aille. Le temps des croyants est arrivé. A partir de maintenant, c'est votre tâche et votre responsabilité de me révéler au monde. Cela ne doit pas vous rendre effrayés. Au contraire, réjouissez-vous, car lorsque vous volerez bientôt de vos propres ailes, vous volerez en toute sécurité avec l'Esprit de Dieu en vous »  

Lectures du jour :

  • 1re lect. : Ac 15, 1-2.22-29
  • Ps : 66, 2-3, 5, 7-8
  • 2e lect. : Ap 21, 10-14.22-23
  • Évangile : Jn 14, 23-29

Crédit photo : iStock / Rawpixel

0
Shares