Ontdek 50 meditaties van Pasen tot Pinksteren

Gemeenschapsvorming

Jan Degraeuwe
Zesde zondag van Pasen

Gemeenschapsvorming door de doop
Hand, 19,1-20

Terwijl Apollos in Korinte vertoefde, reisde Paulus door het binnenland naar Efeze. Hij ontmoette er enkele leerlingen en zei tegen hen: ‘Hebt u heilige Geest ontvangen toen u gelovig werd?’ Zij antwoordden hem: ‘Maar wij hebben nog nooit van het bestaan van een heilige Geest gehoord.’ Hij vroeg: ‘Wat voor doop hebt u dan gekregen?’ Zij zeiden: ‘De doop van Johannes.’ Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte een doop van bekering en wees het volk erop dat ze moesten geloven in degene die na hem zou komen, dat wil zeggen in Jezus.’ Na die woorden lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Paulus legde hun de handen op en de heilige Geest kwam op hen, en zij spraken in talen en profeteerden. Het waren in totaal zo’n twaalf man. 

Verder Lezen :

Raak niet aan onze winst

Antoinette Van Mossevelde
Maandag na de zesde week van Pasen

Raak niet aan onze winst
Hand, 19,21-40

Na al deze gebeurtenissen vatte Paulus het plan op om over Macedonië en Achaïa naar Jeruzalem te reizen. “Wanneer ik daar geweest ben,” zei hij, “moet ik ook Rome bezoeken.” Hij zond twee van zijn medehelpers, Timóteüs en Erastus, vooruit naar Macedonië en bleef zelf nog een tijd in Asia. In die tijd werd de Weg aanleiding tot grote opschudding. Een zekere Demétrius namelijk, een zilversmid die zilveren Artemistempeltjes maakte, verschafte daarmee aan de vaklui ruime verdiensten.

Verder Lezen :

Gelukzak

Marie-Ann de Cocker
Dinsdag na de zesde week van Pasen

Gelukzak
Hand, 20,1-38

Toen het tumult bedaard was, riep Paulus de leerlingen bij elkaar en bemoedigde hen; daarna nam hij afscheid en ging hij op weg naar Macedonië.  Op zijn tocht door dat gebied bemoedigde hij hen met menige toespraak en zo kwam hij in Griekenland.  Daar bleef hij drie maanden. Juist toen hij wilde afvaren naar Syrië, beraamden de Joden een aanslag op hem; daarom besloot hij terug te keren via Macedonië.

Verder Lezen :

Koppig en eigenwijs

Patrick Lens
Woensdag na de zesde week van Pasen

Koppig en eigenwijs
Hand, 21,1-16

Met moeite maakten wij ons van hen los. We kozen zee en koersten rechtstreeks naar Kos, de volgende dag naar Rodos en vandaar naar Patara. Daar vonden wij een schip dat zou oversteken naar Fenicië; we gingen aan boord en voeren weg. Toen we Cyprus in zicht kregen, lieten we het aan bakboord liggen, zeilden door naar Syrië en gingen in Tyrus aan land; want daar moest het schip zijn lading lossen. We bleven daar zeven dagen en zochten de leerlingen op. Op ingeving van de Geest zeiden zij tegen Paulus dat hij niet naar Jeruzalem moest gaan.

Verder Lezen :

Een witte pagina

Mark Butaye
Hemelvaart

Een witte pagina
Hand, 21,17-36

Toen wij in Jeruzalem aankwamen, ontvingen de broeders ons met vreugde. De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus, bij wie ook alle oudsten samengekomen waren. Hij begroette hen en verhaalde in bijzonderheden wat God door zijn dienstwerk onder de heidenen had tot stand gebracht. Toen zij dat vernamen, verheerlijkten zij God, maar ook zeiden ze tot hem: “Gij ziet, broeders, hoe geweldig groot het getal is van de Joden die gelovig zijn geworden en allen zijn ijveraars voor de Wet. Nu heeft men over u horen zeggen, dat gij aan alle Joden die onder de heidenen leven afval van Mozes leert door te verklaren, dat ze hun kinderen niet moeten besnijden en niet moeten leven volgens de gebruiken. Wat nu te doen?

Verder Lezen :

Gods plannen

Annemie Deckers
Vrijdag na de 6e zondag van Pasen

Onze plannen en Gods plannen
Hand, 21,37-22,29

Op het punt de kazerne binnengebracht te worden zei Paulus tot de bevelhebber: “Mag ik u misschien iets zeggen?” Hij antwoordde: “Kent ge Grieks?” Ge zijt dus niet de Egyptenaar, die een tijd geleden oproer gewekt heeft en met vierduizend Sicariërs de woestijn is ingetrokken?” Maar Paulus zei: “Ik ben een Jood uit Tarsus in Cilicië, burger van een niet onaanzienlijke stad. En ik verzoek u: Sta mij toe het woord tot het volk te richten.” Nadat hem dit toegestaan was, ging Paulus op de trappen staan en gaf met de hand een teken aan het volk.

Verder Lezen :

Religie en geweld

Marcel Braeckers
Zaterdag na de 6e zondag van Pasen

Religie en geweld
Hand, 22,30-22,22

Omdat hij nauwkeurig wilde weten waarvan hij door de Joden beschuldigd werd, liet hij hem daags daarna uit de gevangenis halen en gaf bevel, dat de hogepriesters en heel het Sanhedrin zouden bijeenkomen. Daarna liet hij Paulus erheen brengen en voor hen plaatsnemen. Paulus liet zijn blik over het Sanhedrin gaan en begon te spreken: “Mannen broeders, met een volkomen zuiver geweten heb ik tot op de dag van vandaag voor God geleefd.” Maar de hogepriester Ananías gaf aan die naast Paulus stonden opdracht hem op de mond te slaan. Toen voegde Paulus hem toe: “God zal u slaan, witgekalkte muur! Gij zit daar om recht over mij te spreken volgens de Wet, en beveelt in strijd met de Wet mij te slaan?”

Verder Lezen :